5. Opdracht

Vervolgopdracht n.a.v. De Optische Kijkkast, Samuel van Hoogstraten 1655.
De optische kijkkast zet toeschouwers op het verkeerde been door de wetten van het schilderen en tekenen te tartten. Er wordt niet vast gehouden aan de regel, waar de muur eindigt, begint de vloer. Er wordt juist op vloer en muur doorgetekend om zo een prikkelender en levendiger beeld te creëren waardoor het lijkt of de toeschouwer zelf aanwezig is bij het spektakel.

 

Keuze Opdracht 1:
Onderzoek welke schilders zich nog meer bezig gehouden hebben het thema optische illusie door de eeuwen heen. Onderzoek of er een verwantschap is met een hedendaagse kunstenaar. Leg je onderbouwing uit en leg ook uit waarom je juist deze vorm van kunst of deze specifieke kunstenaar interessant vindt.  Zoek ook naar overeenkomsten met kunstenaars uit de 17^e eeuw.
Je doet dit aan de hand van een presentatie van max 20 min. Daarbij verzorg je een klein naslagwerk voor je mede leerlingen wat zij in het vervolg veelvuldig kunnen gebruiken. Dit mag een hand-out zijn, een ingebonden stuk etc.
Vermeldt hierbij wel de bronnen bij de bijbehorende afbeeldingen en teksten/citaten.

 

Keuze opdracht 2:
Geef een presentatie of het Delfts Blauwe porselein en ga daarbij in op de technieken, afbeeldingen etc. Weerleg dat tegen design wat tegenwoordig met Delfts blauw verwerkt/bewerkt wordt. Heeft het nog steeds dezelfde impact/lading? Wat zijn de overeenkomsten? Wat is er juist anders?
Presenteer dit in ca. 20 minuten aan de klas d.m.v. een PPT of prezi.